E-Book, Dutch, Flemish, 18 Seiten
Reihe: FC Mezzi
Zimakoff FC Mezzi 7-8
1. Auflage 2018
ISBN: 978-87-26-13998-3
Verlag: SAGA Egmont
Format: EPUB
Kopierschutz: 6 - ePub Watermark
E-Book, Dutch, Flemish, 18 Seiten
Reihe: FC Mezzi
ISBN: 978-87-26-13998-3
Verlag: SAGA Egmont
Format: EPUB
Kopierschutz: 6 - ePub Watermark
FC Mezzi 7 - Het Mini-Kampioenschap: Voetbal gaat niet over leven of dood - het is veel belangrijker! FC Mezzi doet mee aan het Mini-Kampioenschap tegen de beste teams in Denemarken. Ze brengen tijd door met spelers van andere teams, maar Jake voelt zich buitengesloten. Hij probeert zich op voetbal te concentreren, omdat hij een talentscout in hun wedstrijden heeft zien rondhangen. Stelt je eens voor dat een speler van FC Mezzi naar een grotere club gescout zou worden, maar dan gebeurt er iets en moeten ze een ambulance bellen. Kan FC Mezzi nog steeds hun groep winnen en naar de finale gaan? FC Mezzi 8 - Tussen een steen en een verharde plek: Voetbal gaat niet over leven of dood - het is veel belangrijker! Jake is begonnen met talententraining in Farum. Hij ontmoet Thor en ze worden snel vrienden. Jake speelt ook op FC Mezzi, dus hij besteed veel van zijn tijd aan voetbal. Hij heeft problemen met het vinden van tijd voor huiswerk en vrienden en voor Ursula. Hij is ook moe als hij op het veld staat en FC Mezzi begint wedstrijden te verliezen. Nick doet ook nog vreemder en vreemder en hij is boos op Jake. Verliest Jake zijn beste vriend? Hoe gaat hij met alles om? Daniel Zimakoff is geboren in 1956 en hij is een opgeleide bibliothecaris. Sinds zijn debuut in 1980 heeft hij een lange reeks kinderboeken geschreven. Hij heeft zelfs de Kinderboekenprijs ontvangen van het ministerie van cultuur.
Weitere Infos & Material
FC Mezzi 7 - Het mini-kampioenschap
Jake: Jake houdt van voetballen. Dat is het belangrijkste in zijn leven. Hij leest het spelletje goed, is snel en kan goed rennen. Hij vind het niet leuk als hij wordt getackled. Hij droomt ervan om professioneel te voetballen bij FC Barcelona – net als Messi. Nick: Nick oefent vaak met zijn bal in de tuin en zijn linker been is dodelijk. Hij is altijd optimistisch en het is leuk om met hem om te gaan. Hij is erg sterk, heeft heel veel energie en hij is is het jongere broertje van de sterspeler, Kingo. Peter: Peter is een fantastische doelman. Hij heeft heel veel lastige ballen tegengehouden. Hij weet alles van voetbal. Hij kent elke team en weet alles over hun tactiek. Zijn enige probleem is dat hij het haat om te rennen omdat hij altijd snel buiten adem is. Hoofdstuk 1
Het was de zomervakantie en toch liep ik een school binnen! Gelukkig was het niet van mijzelf. FC Mezzi had de trein naar het Mini-Kampioenschap in Funen genomen. We hadden slechts 12 spelers, en we waren daar met onze nieuwe trainer, Chris. James, Albert en Christaian konden niet gaan. Ze waren op vakantie met hun familie. Hun ouders hadden er niet op gerekend dat FC Mezzi de beste competitie zou winnen. Kingo had ons een e-mail gestuurd en wenste ons veel succes. Hij was behoorlijk onder de indruk van ons. We zouden met de andere teams op een school verblijven en in een klaslokaal slapen. "Is dit goed?" vroeg de conciërge die ons rondleidde aan ons en keek naar Chris. "Ik bedoel, ik zie dat jullie een gemengd team zijn. Ik kan er voor zorgend dat je een eigen kamer hebt ... " "Het is prima," zei Chris. "Jullie meisjes kunnen samen een hoekje vinden." "Goed. Indrukwekkend dat jullie het hebben gehaald met meiden in het team." "Wat bedoel je?" vroeg Chris scherp. "Oh, niks." de conciërge krabde over zijn hoofdhuid. "De cafetaria serveert eten in een half uur. Welkom." de conciërge ging weg en de meisjes moesten lachen. We zetten onze tassen en rugzakken neer en gingen onze bedden opmaken. Ik keek naar Ursula. Ik dacht even dat we naast elkaar zouden slapen. “Je kunt hier slapen,” zei Ursula en wees. Ik aarzelde een beetje, maar toen verschoof ik mijn matras en lag ik bijna in de hoek van de meiden, heel dicht bij Ursula, maar ver weg van Nick en Peter. De kantine was erg groot, wat goed was, want er waren 32 teams in het Mini-Kampioenschap en ze zouden allemaal op deze school verblijven. Als er 12 spelers in elk team zouden zijn, zou dat uitkomen op 384 spelers plus twintig trainers. We waren opgesplitst in acht groepen van vier teams. Er waren veel koks, en hoewel het buffet erg groot was, stonden we een tijdje in de rij om onze borden te vullen. Er waren veel jongens die naar Anne en Ursula keken. Het leek erop dat ze de enige meisjes waren. "Ja Anne," zei Peter. "Als je hier geen jongen kunt krijgen, dan denk ik dat het je nooit gaat lukken." Anne en Ursula giechelden samen. Het was moeilijk om te praten met al dat lawaai vanschrapende stoelen en borden, maar we begonnen te praten met een jongen die in de rij stond met ons. Zijn naam was Andy en hij speelde voor Brøndby, één van de favorieten om het kampioenschap te winnen. "FC Mezzi. Leuke naam!" zei Andy. “En ik heb gehoord dat er twee meisjes in jullie team spelen.” "Dat klopt," zei ik. "Bij jullie niet?" "Nee ... nou ja, we hebben wel een paar mietjes," zei hij en sloeg één van zijn teamgenoten op de arm. Nick lachte hardop. "Helaas zitten we niet in jullie groep," zei Andy. "We zitten in Groep G en jullie zitten in Groep B, toch?" "Klopt," zei Nick. "Wat bedoel je met ‘helaas’?" zei ik en keek Andy aan. "Denk je dat we slecht zijn ofzo?" "Nee nee. Zo bedoelde ik het niet ... Elk team hier is goed ... Het zou gewoon leuk zijn om tegen jullie te spelen." “Laten we elkaar tegen komen in de finale,” zei Nick. "In welk klaslokaal slaap je?" Ik ging zitten tussen Ursula en Anne. Peter en Nick zaten tegenover ons. Terwijl we aten, hadden we het over de nieuwe regels van de Deense voetbalbond. We zouden nu acht tegen acht spelen. "We gaan terug naar de kleinere velden zonder buitenspel," zei Peter. Hij had zijn telefoon in zijn hand. "Gele kaart betekent een schorsing van vijf minuten en als we met drie doelpunten achterstaan, kunnen we een extra speler inzetten." “Dat gaat natuurlijk niet gebeuren,” lachte Jake. "We gaan alles winnen." "Weet je wat HAM betekent?" vroeg Peter. "Happy Monsters?" vroeg Nick. “Iets over ham?” zei Ursula voor en iedereen begon te lachen. "Het staat voor Half the Match," zei Peter. "Alle spelers moeten minstens één helft spelen." "We moeten het aan Kenneth," zei ik en dacht na over de tijd dat ik maar vijf minuten mocht spelen. Ik was boos en rende tijdens de wedstrijd weg. Daarom hadden we ons eigen team opgericht, FC Mezzi. En nu speelden we in het Mini-Kampioenschap. Heel gek. "Er staat hier, je kunt de bal niet over de middenlijn schoppen," zei Peter. "Dat moet ik goed onthouden." "Gooi het gewoon naar Jake, hij zal het spel hervatten," zei Nick. "Hoeveel wedstrijden gaan we spelen, denk je?" vroeg Anne. "Ik durf te wedden dat we in de finale gaan komen, dus zeven wedstrijden,” zei Nick. Hij lachte alsof hij het niet echt geloofde. “Je droomt,” zei Anne. "We moeten erin geloven," zei ik, maar ik twijfelde. "We zijn hier om te winnen." "Ja, maar ... wanneer teams zoals Brøndby, CFC en BSV hier zijn ..." begon Nick. "We kunnen tegen iedereen winnen," zei ik. "Als we maar als een team spelen." "Precies," zei Ursula. "Denk je dat je twee porties kunt nemen?" vroeg Peter. "Blijf eten tot ik me schaam," zei Nick. Chris kwam naar onze tafel. "Wat vinden jullie van het eten?" Vroeg ze. “Het is best goed,” zei Ursula. "Ja, toch? Eet niet te veel, jongens." Chris keek naar Peter die was opgestaan om een tweede portie te pakken. "We trainen in 30 minuten. We kunnen een half veld gebruiken." Peter ging weer zitten. "Morgen zullen er drie voorrondes zijn," vervolgde Chris. "Elke wedstrijd wordt 2 x 15 minuten gespeeld en we mogen doorwisselen. Vergeet niet achter jezelf op te ruimen.” Hoofdstuk 2
Eindelijk, we zouden gaan spelen. Het was een ochtendwedstrijd. Ik had 's nachts goed geslapen. Ik hield Ursula vast tot ik in slaap viel. Gisteren had Nick na het eten met Andy uit Brøndby rondgehangen, terwijl ik bij Ursula was. Nick sprak veel over Andy, die blijkbaar één van de grootste talenten van Denemarken van zijn leeftijd was. Dat is misschien waar, maar het was belangrijk voor FC Mezzi om zowel op als buiten het veld bij elkaar te blijven. We gingen warm lopen. Chris blies op haar fluit en we moesten rennen totdat ze weer blies. Het was goed, maar moeilijk, intervaltraining. Onze eerste wedstrijd was tegen Greve. Ze zouden niet het moeilijkste team in onze groep zijn, maar ze waren waarschijnlijk echt goed. Er waren veel toeschouwers gekomen en de tribune zat vol met spelers die later moesten spelen met ook nog andere leden van onze groep. Er was een lange man die alleen stond met een notitieboekje, waarschijnlijk een coach van één van de teams die we later zouden tegen komen. Ik zag Andy. Ik hoopte maar dat we niet zouden verliezen. We zouden 2-3-2 spelen. Peter natuurlijk op doel, twee spitsen, twee verdedigers en drie middenvelders. Nick en Zlatan stonden in de aanval. Ik stond n het midden met Ursula aan de rechterkant en Eric aan de linkerkant. Achterin hadden we Marco en Sebastian. Op de bank zaten Anne, Mark en Mike. Ulrich moest deze wedstrijd toekijken. We mochten maar elf spelers meenemen. Ik was zoals gewoonlijk de aanvoerder. We schudden de hand van onze tegenstanders, die allemaal gek naar Ursula keken. Toen riepen we onze strijdkreet: Wie zijn we…? Mezzi! En toen was de wedstrijd begonnen. Greve speelde goed en hard. We kregen geen kansen in de eerste helft, slechts een paar afstandschoten, allemaal gevangen door hun grote doelman. Gelukkig was Greve niet zo scherp voor ons doel, dus de score was nog steeds 0-0 toen de scheidsrechter blies om de eerste helft te beeëindigen. Chris had niemand gewisseld, maar nu mocht iedereen die op de bank zat invallen. Ursula, Eric en Sebastian werden gewisseld. Chris ging voor ons zitten in het gras terwijl we water dronken. "Jullie doen het geweldig," zei ze. "Het is gewoon even wennen om acht tegen acht te spelen. Het maakt de passes korter en er is minder ruimte voor lange ballen. Probeer wat één-tweetjes, Zlatan en Nick. Hun verdedigers zijn niet zo snel." De scheidsrechter blies op zijn fluitje. We stonden op. "Kom op," zei Mark en keek me aan. "We kunnen ze pakken." Andy zei iets tegen Nick. "Wat wilde Andy?" vroeg ik toen we de aftrap gingen nemen. "Hij zei om laag te schieten. Hun keeper heeft problemen met lage ballen." "Dat is...